16. Niet doen en niets doen

Op de stralen van de wind, op wervelingen van de stroom, voel ik me kind, voel ik me loom. Zeilend bereik je elk water, varend alleen van A naar B. Nu niet, denk aan later, problemen zijn gedwee.

Als je laat meevoeren met de pollen in de lucht, waar zou je eindigen, waar zou het zaadje beginnen.

Als je controleert zonder de macht is het de wijze die in je gezicht lacht. Als je denkt dat water niet sterker is dan steen, dan sta je niet in je eigen kracht. Een storm ombuigen zorgt dat jezelf omgebogen wordt. Laat het doen aan grote krachten over, verhoudt jezelf tot een speldenprik.
Niets doen is tegenwoordig weglopen van verveling,  terwijl de leegte van binnen zo vol kan zijn. Alsmaar meer prikkels vraagt om selectie, gecomprimeerde kennis en abstractie.

Doe minder met meer, anders kun je niet meer met minder. Een ceo is het best een monnik, kloosterlingen zijn het beste traag.

Plaats een reactie